De zee zwelt over mijn bloederige huid
zuigt in scheuren
waar de ziel zich verschuilt
watervingers in etterende wondes
een teder klotsen
zalft de geschonden
rotsen, maakt heel
stil wachtend laat ik het vloeden
zoute wind mijn aangezicht groeven
met ongrijpbare traagte, broos
brokkel ik
want troost
lost alles
op