Betovering

Vandaag zou ik een hele dag aan het water kunnen zitten. Mijn blik wordt gezogen naar de wereld die zich opent in het glanzende zwart. Ik ben gefascineerd door de magie van haar spiegel. Een wereld van schaduwen, jagend op de illusie die zoveel wonderlijker lijkt dan het origineel, dan de bron. Zelfs als windvingers op het water schrijven en de spiegel zich toont voor wat het is: afleiding. Van het kletsende winterkoninkje, van het weemoedige roodborstje. De gaai die niet akkoord gaat. 'Nee,' raspt hij weerbarstig, 'nee!' En de ekster lacht om mijn dwalingen.

Hoe kan je verliefd zijn op je schaduw en er toch zo hartstochtelijk uit willen stappen? Hoe kan je verlangen naar het licht, en het toch vrezen?

In een wereld van dualiteiten is zij die stilzit en kijkt koningin, krast de kraai. De spreeuwen hebben zin om te spelen. Hoog in de hoogste boom kwebbelen ze als kleine meisjes. En zonder dat ik het weet, heeft mijn blik zich verplaatst.
Tot morgen, voor een nieuwe dans.